Verhalen

Verhaal

Laura | 15-05-2013

1.



Ik ga een verhaal vertellen over een meisje Emma.

Emma werd thuis mishandeld,door haar oppas.

Haar oppas heette, Fabienne.

Fabienne had een vriendin Maud, die ging altijd mee met oppassen.

De ouders van Emma waren heel vaak weg, dus Fabienne en Maud kwamen vaak oppassen en Emma mishandelen.

Ze namen dan een mes of zo mee en sneden Emma op haar rug en buik en armen, dus op plekken waar de ouders van Emma het niet konden zien.

Ze sloegen haar ook vaak of ze werd keihard tegen de muur aan gegooid

Ze werd zo hard geslagen dat er overal bloedvlekken zaten.

Op een dag ging ze zwemmen met haar beste vriendin Tessa

Tessa vroeg waar al die littekens vandaan kwamen.

Emma wou niet vertellen dat ze was geslagen.

Tessa werd heel boos, en wou Emma's beste vriendin niet meer zijn

Emma was doodongelukkig.

Het voelde alsof haar leven geen zin meer had.



Emma dacht er zelfs over na om zelfmoord te plegen maar ja dat kon ze haar ouders niet aan doen.

Dat zou ze niet eens durven !

op een avond toen de ouders van Emma weer eens weg moesten, en Maud en Fabienne kwamen bedacht Emma dat ze zichzelf zou opsluiten in de badkamer, dan zouden Fabienne en Maud haar niks kunnen doen

dus, ze gaf haar ouders een kus, rende met wat chips naar de badkamer, en deed de deur op slot.

Natuurlijk waren Maud en Fabienne woedend, dat stomme kind ! als ze uit de badkamer komt dan gaat ze eraan !

Een paar uur later rond 12 uur slopen Maud en Fabienne naar boven en gingen bij de badkamerdeur staan.

Emma je gaat dood ! als je die badkamer uitkomt dan vermoorden we je

Emma was doodsbang,waarom moest ze zichzelf nou zo nodig in de badkamer opsluiten?

Waarom is ze niet het huis uitgevlucht?

Ze deed heel voorzichtig de deur van het slot haalde de klink omhoog.



Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa !!!!!!!!

Daar stond ze weer. Met dat mes in haar hand en die verschrikkelijke vriendin achter haar.
Emma's hart sloeg een paar keer over. Waar kon ze naartoe?
Het leek of Fabienne haar angst kon voelen.
'Ja, prinsesje,' zei ze vals, 'daar sta je dan. En nu is er geen lieve mama of stoere papa om je te helpen!'
Ze draaide het mes rond in haar hand zodat het kille staal oplichtte in het tl-licht van de badkamer.
'Wat zullen we doen,' ging Fabienne verder, 'eerst een paar vingertjes, of maar meteen een hele hand eraf?'

Fabienne sneed Emma in haar gezicht , het was een diepe snee..en haar hele gezicht zat onder het bloed.

Maud pakte een schaar en knipte grote plukken haar af.

Snik snik nee snik snik

Hahaha jaaa !! hahahaha

Fabienne sneed een paar vingers af, terwijl Maud Emma in haar keel stak.

Emma viel met een harde knal op de grond Maud ging verder.

Er werd aan de deur gebeld Fabienne deed de deur open net alsof er niks aan de handt was en daar........ stond Fabienne's vader.

Haar vader keek haar aan, ze zat onder het bloed.

Fabienne's vader vroeg wat er aan de hand was.

Opeens hoorde hij Emma gillen.

De vader van Fabienne stormde naar boven toe en zag waar Maud mee bezig was.

En Fabienne's vader....... begon te lachen en mee te helpen.

daarna ging hij weg.



Emma was dood.

Hahahahahha! Maud en Fabienne lachte

haha !

Dood! ze is dood !



Haha Fabienne en Maud lacht hahahaaha

ze sleepten het lijk van Emma de trap af, en gooiden het naar buiten.

gelijk daarna deden ze de deur open en sleepten het weer mee naar binnen, wat moesten ze zeggen als de ouders van Emma thuis kwamen?

'Heej als we het lijk nou eens in het bos begraven' 'ja goed idee!'

Ze deden het lijk in een vuilnis zak, namen een schep mee en reden in hun auto naar het bos.

Aangekomen in het bos tilden ze voorzichtig het lijk uit de auto, en liepen wat verder het bos in.

Bij een paar bomen grafde ze een gat, en gooide Emma erin.

Hahaah ! zo dat is geregeld, als de ouders van Emma thuis komen, zeggen we dat ze bij een vriendin ging spelen .

Dus toen de ouders van Emma kwamen zeiden ze dat Emma bij een vriendin was, en gingen naar huis.

Maud ging een paar dagen bij Fabienne logeren, en ze reden naar het huis van Fabienne en gingen slapen.

De volgende ochtend belde de moeder van Emma bezorgd op, snik o nee Emma is vannacht niet thuis gekomen!.

Fabienne en Maud keken elkaar lachend aan.



o nee ! echt maar dat is vreselijk zullen we haar gaan zoeken !??

o nee meisje doe maar niet. ik zoek haar wel

oké doei

doei

hahahahahahahah ze vind haar lieve dochtertje toch nooit !

hahahaha, zullen we gaan shoppen ?

ja is goed.

na het shoppen gingen de meiden uit eten, want de ouders van Fabienne waren niet thuis.

daarna gingen ze thuis een film kijken.

om 12 uur gingen ze naar boven, naar de badkamer.

opeens zag Maud dat het bad vol met bloed zat ze gilde

aaaaaaaa ! Fabienne kijk!!!

aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa !

ze liepen langzaam op het bad af ze stonden nu bij de rand en keken goed

aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa!!!!!!!!!!!!!!

er stak een arm uit !

aaaa!

met maar 2 vingers !

aaa !!

nee dat kon niet !

was het...

was het Emma ??!

toen kwam er langzaam een hoofd naar boven

aaaaa !

heel langzaam kwam het hele lichaam van Emma naar boven.

Ze had haar ogen wijd open en ze lachte gemeen

ne neeeee neee !

Maud en Fabienne rende gillend weg aaaa !

ze deden de badkamerdeur op slot en rende naar de kamer van Fabienne.

Fabienne belde haar moeder...: snik..snik..m...m.m..m...a...m...aa.. !. ko..m ...s...s..snel...n..naar..h.h.hui..huis...

schat wat is er ??

snik snik snik

haar moeder hing op

piiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieeeeeeeeeeeeeeeeeeep

o nee ! ik hoop dat ze naar huis komt.

Na een tijdje later ging de voordeur open, en kwamen de ouders van Fabienne binnen AAAAA

haar moeder rende meteen naar boven naar de kamer van Fabienne, en trof de meisje bibberend onder de dekens aan.

schat wat is er gebeurd ??!!

snik b...b..b.aad..k..a...mer...b..b..b..lo.ed...E..e..e.mm..a

en verder kwam ze niet...



Maud, Fabienne en de moeder van Fabienne liepen naar de badkamer

ze keken in het bad..maar er lag niks helemaal niks.

de moeder van Fabienne was super boos en liep naar beneden en Fabienne en Maud moesten gaan slapen

een tijdje later werd Fabienne wakker, ze hoorde iemand op haar kamer.

mam..??..pap??..

ze deed het licht aan en daar stond Emma.

ze keek woedend.

ze rende op Fabienne en Maud af.

Fabienne deed snel het licht uit en ging onder haar dekens

Ze voelde dat haar dekens van haar af werden getrokken....

Er druppelde bloed op haar gezicht...drup...drup...drup.

Ze voelde plakkerige haren tegen haar wangen aangeplakt..

De vader van Fabienne kwam naar het huis toe maar de kamer deur ging niet open.

opeens pakt de vader van Fabienne een bijl uit zijn auto en hakt de deur in.

Tot grote verbazing ziet ze Emma.

Emma kwam op hem af en......... ze was weg.

Niemand had daar dat de geest van Emma in Fabienne's vader zit.

Opeens pakte Fabienne's vader een mes.

Fabienne en Maud keken hem bang aan 'pappa wat doe je?' vroeg Fabienne.

Haar vader lachte boosaardig 'Ja, prinsesjes,' zei hij vals, 'daar zijn jullie dan. En nu is er geen lieve mama of stoere papa om je te helpen!'
Fabienne en Maud waren nu doodsbang geworden.

IK VERGEEF JULLIE NOOIT!!! zei Fabienne's vader.

Ineens verdween de geest van Emma uit het lichaam van Fabinne's vader.

'Is ze weg?' vroeg Fabienne.

'Ik denk van wel' zei Maud.









2.



Een jaar later kreeg Fabienne een kind.

Toen ze zwanger was had ze abnormaal veel pijn het voelde net als of ze van binnen werd opengekrabd.

Het werd zelfs zo erg dat ze meteen met de ambulance naar het zieken huis moest, maar in het ziekenhuis was er niks aan de hand de dokters

zijden dat ze gek was.

Nadat ze beviel mocht ze haar kind zien.

Ze vond het heel eng om haar kind te zien.

Ze wist zeker dat haar kind haar haten daarna ging ze naar huis met haar kind.

Haar man reed hun naar huis.

Ze bedachten ze een naam voor het kind het kind heet: Semma.

Daarna moest de man naar het werk dus Semma en Fabienne waren alleen thuis.

Semma begon te huilen dus gaf Fabienne haar moedermelk toen beet Semma heel hard.

Fabienne begon te huilen van de pijn

Toen de man thuis kwam vertelde ze het aan haar man, de man wilde haar niet geloven hij zij dat ze gek was en dat ze het rustig aan moet doen.

De man zij ook we hangen wel camera's op bij het bedje van Semma Fabienne kon niet slapen ze bleef naar de camera beelden kijken op eens ziet ze dat Semma rechtop in haar bedje stond en Semma keek haar heel boos aan.

Ze dacht na wat heb ik fout gedaan?

Ze wist het wel maar ze wou het niet weten, ze had een jaar geleden een grote fout gemaakt namelijk ze heeft Emma vermoord.



De volgende dag was Fabienne dood moe.

Ze was beneden met Semma de man was aan het werk haar kind bleef haar maar boos aan kijken ze ging groente snijden ze raakte steeds afgeleid doordat Semma zo boos bleef kijken ze sneed opeens in haar vinger het bloede heel erg de man kwam thuis.

Fabienne zij dat ze dood moe is.

De man ziet dat het gezicht van Fabienne doods bleek ziet en dat ze dikke,donkeren wallen heeft onder haar ogen.

Fabienne vertelde wat er gebeurt is en dat ze al een paar dagen niet heeft geslapen.



Die avond was er visite bij haar thuis.

Semma was aan het slapen Fabienne ging haar wakker maken omdat de visite haar kind wouden zien.

Ze was van plan op Semma te vermoorden.

Ze pakte een mes en liep naar boven de donkere zolder trap op en voelde een koude lucht langs haar gieren.

Het raam was open maar..... Semma lag niet in haar bed.

Wat nu? dacht ze

Opeens zag ze bliksemflitsen die recht op haar af kwamen, ze viel de trap af en begon te schreeuwen.

Haar man kwam naar boven met de visite achter hem aan.

Ze zagen dat Fabienne een mes in haar handen had.

Iedereen was stom verbaast.

Semma lag gewoon in haar bed zij haar man.

De visite ging weg.



De volgende avond moest haar man werken en kwam Maud bij haar slapen.

De camera's bij het bed van Semma staan aan' zei Fabienne.

Fabienne kan nog steeds niet slapen en houd ook Maud de hele nacht wakker.

Maud is naar de camera beelden aan het kijken.

Het is 12 uur en opeen staat Semma rechtop in haar bed.

Maud geloofd Fabienne nu.

Ze konden nu allebei niet meer slapen.

Ze belden Fabienne's vader op maar...... geen bereik .

Fabienne en maud waren nu allebei doodsbang.

het was 12 uur s'nachts.

ineens beginnen de camerabeelden te knipperen.



de camerabeelden hielden een uur later pas op met knipperen.

ineens zagen ze dat Semma weg was.

Het begon te bliksemen.

De stroom viel uit.

er klonk gehuil van semma steeds harder.

op een gegeven moment leek het net alsof Semma naast hun lag.

opeens klonk er een stem

fabienne zei tegen maud: 'dat klinkt als de stem van Emma'

Re:Verhaal

Laura | 15-05-2013

Sorry voor de onregelmatige extra regels :(

Re:Verhaal

Luuk | 16-05-2013

Dat met die camera's doet me een beetje denken aan paranormal activity. Voor de rest, epic verhaal :)

Verbonden in bloed

Justin | 05-04-2013

De klap komt hard aan. Niet lichamelijk, het was met de platte hand en hij had lang niet al zijn kracht erin gelegd. De klap was nauwelijks vergelijkbaar met de vuistslagen die ik de afgelopen paar jaar te voortduren had gehad. Licht als een veertje bijna. Alsof hij een vlieg wegwuifde. Dát deed zo’n pijn. De vanzelfsprekendheid waarmee hij me sloeg. Hij hoefde al lang niet meer in woede uit te barsten om me op mijn plaats te zetten. Hij hoefde zich niet meer uit te putten in excuses. Ik zou toch niks terug doen, ik zou toch niet weglopen, mijn wereld bestond toch alleen maar uit hem. Dat dacht hij. En het ergste was dat hij gelijk had.
Mijn neus begint te bloeden. Heel lichtjes, maar als hij het zou zien zouden er meer klappen volgen. Snel veeg ik de paar druppels weg. Ze vormen een veeg op de rug van mijn hand. In een vlaag van verstandsverbijstering haal ik mijn tong over mijn hand. Het smaak zout, het maak me misselijk en geeft me een onverklaarbaar gevoel van macht. Mijn bloed. Dit zou niet van hem zijn, dit was van mij. Ik moest bezig zijn met mijn verstand verliezen.
Plotseling staat ze daar. Mijn moeder. Naast de bank, waar Adam zit. Ik kan niet anders dan staren. Ze is al jaren dood. Gedood door haar man, mijn zogenaamde vader. Niet officieel natuurlijk, dan was het moord geweest. Haar lichaam kon het jarenlange misbruik gewoon niet meer aan en ze stierf van wanhoop. Dat weet ik, want zo zou ik ook sterven. Maar nu staat ze daar. Ze kijkt niet eens naar mij. Ze kijkt naar Adam. Haat ligt in haar blik. Ook dat herken ik. Hoe vaak heb ik niet naar hem gekeken met dezelfde blik in mijn ogen als hij het niet zag? Diezelfde moordlust? Ik weet het niet eens. Ik heb er nooit naar gehandeld. Dat zou ik ook nooit doen. Ik hou van hem. Ik ben zwak. Zoals mijn moeder voor mij. Zoals de dochter die ik in me draag na mij zou zijn. Zwakke vrouwen baren zwakke vrouwen. Mijn vader zei dat altijd tegen mijn moeder. Ze baarde hem niet de zoon die hij wilde, alleen zwakke meisjes die nog stierven voordat ze geboren waren. En mij.
“Wat sta je te staren? Sta je weer te dromen?” Adams stem rukt me naar het heden. Hij is niet kwaad, nog niet, geïrriteerd alleen maar. Snel sla ik mijn ogen neer, mompel een excuus. Hij negeert me. Ik proef nog mijn bloed op mijn tong. Ik gluur nog even naar de schim naast de bank. Ze verdwijnt langzaam. Als ze weg is, is ook de smaak van bloed uit mijn mond verdwenen.

“Sorry! Het spijt me! Je hebt gelijk. Ik zal het beter doen. Echt!” Ik sta in de hoek van de keuken. Zijn bord eten staat nog op tafel, het aangebrande stukje kip lijkt me uit te lachen. Ik probeer zijn klappen op de vangen op mijn schouder en mijn heup. Mijn armen liggen beschermend over mijn buik. Ze proberen het groeiende leven zo veel mogelijk tegen dit geweld te beschermen, maar het is moeilijk. Het liefst had ik hem mijn rug toegekeerd, mijn buik beschermd door de twee muren, maar dat zou zijn woede alleen maar aanwakkeren. Je keert je man niet je rug toe. Nooit. De laatste tijd is het erger. Zijn woede frequenter, zijn klappen harder. Mijn ribben krijgen geen tijd meer om te helen. Elke ademhaling doen pijn.
Mijn vreugde over mijn zwangerschap werd niet gedeeld. Weer een mond om te voeden en we hebben het al zo krap. Hoe kon ik zo stom zijn? Daar had ik niet over nagedacht. Ik hoopte dat het met een kind, ons kind, beter zou worden. Dat op zijn minst mijn eenzaamheid zou worden verlicht. Ik had niet nagedacht. Hij heeft gelijk. Ik ben egoïstisch. Hij wilde dat ik het wel liet halen, maar het was te laat. Hij gelooft dat ik het al langer wist, dat ik expres zo lang gewacht had. Ik had het moeten weten, hij had het onmogelijk kunnen zien aan dat vette lijf van mij. Ook hierin heeft hij gelijk. Ik wil mijn dochter niet verliezen. Onbewust moet ik geweten hebben dat dat zou gebeuren als ik het hem vertelde. Hij dreigde weg te gaan, maar ik heb hem gesmeekt bij te blijven. Hij is mijn alles, het enige wat ik heb. Zelfs deze klappen zijn voor mijn eigen bestwil. Ik haat het, en ik haat hem erom, maar hij heeft gelijk. Ik had nooit zijn eten moeten laten aanbranden. Waarom krijg ik het nooit goed?
Mijn schouder brand van pijn. Ik verdraai wat, in de hoop de pijn te verminderen, in de hoop dat het snel ophoudt. Maar zijn vuist schiet uit en raakt vol mijn kaak. Bloed vult mijn mond, ik heb op mijn tong gebeten.
Ze is duidelijker dan laatst, lijkt nu bijna een vaste vorm te hebben. Ze schreeuwt tegen Adam. Ik hoor haar niet, haar gillen zijn geluidloos. Ze gebaart dat hij op moet houden. Ze is in dood dapperder dan ze bij leven is geweest. Maar het heeft geen zin. Hij ziet haar niet. Dan geeft ze hem een duw. En hij struikelt. Hij struikelt! Ze heeft hem geduwd en hij struikelde. Verward kijkt hij om zich heen.
Hij is afgeleid nu. Hij drentelt terug naar de tafel, kijkt vol walging naar het vlees op zijn bord. Als laatste gebaar smijt hij het bord naar mijn hoofd. Ik kan het ternauwernood ontwijken. Mijn moeder duwt hem weer. Zie ik angst in zijn ogen voordat hij wegstampt?

Mijn bloed roept haar op. Ik heb het getest. Zodra mijn bloed mijn tong raakt is ze weer bij me. Stiekem maak ik ’s nachts dunne sneden in mijn armen en lik het bloed op. Adam merkt dat toch niet. Tegenwoordig is mijn lijf nog wanstaltiger dan anders, mijn buik is enorm gegroeid, hij raakt me met geen vinger meer aan. Het gevoel van mijn moeders armen om me heen geeft me de kracht om de dag door te komen. Ze beschermt me tijdens Adams ergste woedeuitbarstingen. En mijn dochter. Nog twee maanden, dan kan ik haar in mijn armen houden. Dan kan hij haar zien. Dan zal hij wel overstag gaan.
Met moeite waggel ik de trap af. Als ik in de woonkamer kom zie ik Adam zitten. Dat kan niet. Het is midden op de dag, hij hoort aan het werk te zijn. De bekende spanning neemt weer bezit van me. De spanning die er alleen maar is wanneer hij thuis is. Pas dan zie ik zijn houding. Ineengedoken, zijn hoofd in zijn handen. Wanhopig bijna. In een vlaag van helderheid besef ik wat er gebeurd is. Ontslagen. Het zat er al weken aan te komen.
Hij merkt niet dat ik er ben. Even lijkt hij weer op de man die ik leerde kennen. Liefde bloeit in me op. Dit is de man waar ik voor gekozen heb. Zonder nadenken loop ik op hem af en leg mijn hand in zijn nek.

Ik wilde hem alleen maar troosten. Verder niet. Waarom ziet hij dat niet? Ik kan nauwelijks helder denken. Eerst probeerde ik nog te voorkomen dat het bloed uit mijn neus het tapijt zou bevuilen, nu kan ik nauwelijks nog bewegen. Zijn voet belandt in mijn buik. Expres? De pijn is erger dan ooit. Het voelt alsof ik uiteen wordt gescheurd, het bloed stroomt in een golf langs mijn benen. In de verte hoor ik Adam vloeken. Ik kan alleen maar naar het bloed staren. Ik weet het al. Het leven in me is niet meer. Hij heeft mijn dochter vermoord.
Ik kijk naar het bloed. Het vormt een plas om me heen, het zit op mijn benen, plakt aan mijn handen. Mama, ik heb je nodig. Ik lik mijn handen schoon, lik het bloed van de vloer. Mama, waar ben je? Adam vloekt nogmaals, vol walging. Hij schopt me uit de weg van het bloed. Maar het is al te laat. Mijn moeder is er al. Het was genoeg.
Ook hij ziet haar nu. Doodsangst. Zo heb ik hem nog nooit gezien. Mijn moeders handen liggen om zijn keel, haar spookhanden laten geen afdrukken achter. Ik voel geen verlies. Hij gaat naar een betere plaats, dat weet ik. Deze wereld was nog niet klaar voor hem.
Ze hurkt naast me. Ik voel haar liefde, haar trots dat ze me eindelijk heeft kunnen beschermen. “Neem me mee mama. Ik heb niks meer.” Het is maar een fluistering, meer kan ik niet opbrengen. Maar ze begrijpt me. Haar handen strijken langs mijn gezicht, leggen zich om mijn keel. De druk voelt zijdezacht, de naderende duisternis als een verlossing. Ik ga naar mijn moeder, naar mijn dochter. Dit is onze kans om gelukkig te zijn. Samen.

Onderdelen 1 - 4 van 12
1 | 2 | 3 >>